Het orgel in de Judocuskerk in Hernen is in 1856 door Wilhelm Rütter (1812-1887) uit Kevelaer gebouwd. Het instrument werd in augustus 1857 gekeurd door pater Gregorius van Dijk en Herman Hageman, onderwijzer en organist in Neerbosch.
Vanaf 1878 wordt het orgel door de gebroeders Gradussen uit Winssen verzorgd. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de overplaatsing van het orgel naar de nieuwe kerk die in 1893 tot stand kwam. In de vroege 20e eeuw werken de orgelmakers Smits (Reek) en Winkels (Boxmeer) aan het orgel. Een eerste groot onderhoud wordt in 1947 door Verschueren uit Heythuysen uitgevoerd. Nog geen 10 jaar later wordt een grondige ‘restauratie’ door dezelfde orgelmakerij uitgevoerd waarbij het orgel wordt gewijzigd en uitgebreid: op het Hoofdwerk werd de Bourdon 16’ door een Quint 2 2/3’ vervangen, de Salicional 8’ werd in een Blokfluit 4’ gewijzigd en op het Positief werden een nieuwe Sesquialter II, Scherp III en Kromhoorn 8’ geplaatst. Verder werd een zelfstandig pedaal met twee registers toegevoegd en van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om de pedaalomvang van 18 naar 27 tonen uit te breiden.
De conditie van het orgel was de afgelopen decennia zeer matig. In 2023 werd gestart met een restauratie van het instrument. De orgelkast bleef op locatie en werd deels in eigen beheer hersteld. Vervolgens werd het schilderwerk geretoucheerd en werden de houten imitatie-frontpijpen opnieuw geschilderd en de labiums verguld. De balgenstoel was zodanig door houtworm aangetast dat deze vernieuwd moest worden.
Van de twee balgen was de bovenste, waarschijnlijk bij het plaatsen van de windmachine in 1947, buiten gebruik gesteld. Deze situatie is gehandhaafd. De onderste balg is geheel gerestaureerd en opnieuw beleerd.
De windladen van de manualen zijn integraal gerestaureerd. De pijpstokken en roosters zijn hersteld in aansluiting op de gereconstrueerde dispositie. De uit 1956 daterend Kromhoorn werd op de destijds t.b.v. de Scherp aangebrachte kantsleep geplaatst.
De windlade van het Pedaal werd nagezien en hersteld. Bij alle windladen zijn in het sleepbed en aan de onderzijde van de pijpstokken zijn dichtingsringen van Liegelind aangebracht.
De klavieren werden gerestaureerd waarbij het versleten beleg van de ondertoetsen van het bovenklavier is vervangen door goede exemplaren van het onderklavier. Bij het onderklavier is het beleg van de ondertoetsen integraal vervangen door nieuwe exemplaren. Het pedaalklavier uit 1956 is gehandhaafd, net als de toen vervaardigde orgelbank.
De toets- en registermechaniek van de manualen is hersteld naar de situatie 1856. Daarbij is de speling weggenomen en de mechanieken zijn opnieuw ingeregeld. De pedaaltraktuur en het speeltafelwellenbord (beide uit 1956) werden gereviseerd.
Alle pijpen zijn zorgvuldig gereinigd, nagezien en, waar nodig, hersteld. Nieuw pijpwerk werd in stijl bijgemaakt. Voor de Flauto traverso stond een gelijknamig register van Carl August Randebrock (1825-1876) model. Voor de verdwenen Bourdon 16vt is een gelijknamig register in de plaats gekomen van orgelmaker Friedrich Wilhelm Sonreck, af-komstig uit de voorraad van de orgelmaker.
Oceanië 4
6014 DB Ittervoort (NL)
T 00 31 (0) 475 491882
E info@verschuerenorgelbouw.nl
Oceanië 4
6014 DB Ittervoort (NL)
T 00 31 (0) 475 491882
E info@verschuerenorgelbouw.nl