Leuven (B), St.- Pieterskerk

Leuven, St.-Pieterskerk – Revisie en uitbreiding van het Delmotte-orgel (1935)

Het orgel in de St.-Pieterskerk werd door de fa. Maurice Delmotte (Doornik) gebouwd voor de wereldtentoonstelling van 1935 in Brussel. Het kreeg op de tentoonstelling een plaats in het paviljoen van ‘la vie catholique’. Na de tentoonstelling werd het orgel in het verblijf van prins Karel in Oostende geplaatst. In 1951 werd het orgel door de Sint-Pieterskerk in Leuven aangekocht ter vervanging van het Crinon-orgel dat bij het bombardement in 1944 verloren was gegaan. De parochie schonk het orgel aan oud-deken Bauts bij gelegenheid van zijn gouden priesterjubileum. Het instrument werd in één van de zijkapellen van de zuidelijke zijbeuk op de begane grond opgesteld.

Delmotte leverde een electro-pneumatisch instrument volgens de toen geldende inzichten. De windladen met een pneumatische systeem ‘à dépression’ garanderen een bijzonder directe aanspraak. Het klankbeeld is Frans symfonisch geïnspireerd, maar vanwege de contacten met toonaangevende organisten had men ook oog voor moderne elementen. Bij een relatief kleine dispositie is Delmotte erin geslaagd een opmerkelijk veelzijdig en breed inzetbaar orgel te realiseren. Meerdere transmissies en speelhulpen (o.m. in de vorm van octaafkoppelingen) spelen een wezenlijke rol in het concept en de klankopbouw.

In de loop der jaren waren een aantal wijzigingen doorgevoerd; zo werden diverse registers opgeschoven en werd de toonhoogte gewijzigd. Op basis van een plan van Luc Ponet, stadsorganist van Leuven, werd een offerte opgesteld voor revisie en uitbreiding van het orgel. Verschueren Orgelbouw (Ittervoort) werd de opdracht voor revisie en uitbreiding verstrekt. Daarbij werd, naast technische herstel, het pijpwerk hersteld en de oorspronkelijke toonfunctie hersteld. Onvolkomenheden in de intonatie werden verholpen en de klankgeving werd op punten verbeterd. De zelfstandigheid van het pedaal bleek, vanwege de vele transmissies, een zwak punt in het concept; om die reden werd het pedaal uitgebreid met 3 zelfstandige registers: Sousbasse 32’, Flûte 16’ en Bombarde 16’. Deze registers zijn op afzonderlijke windladen in een aanbouw achter de eigenlijke orgelkast opgesteld. Het electro-pneumatische bedieningssysteem was aan revisie toe. Met respect voor de historische aanleg werd de techniek gemoderniseerd en werd een Setzer-combinatie toegevoegd. De optiek van de speeltafel werd – als karakterstiek element uit de bouwtijd – zo veel mogelijk gerespecteerd. Voor de revisie en modernisering van de speeltafel werd een samenwerking aangegaan met Andreas Seul (Hüttenberg, D). De werkzaamheden gingen in 2019 van start en werden in februari 2020 afgerond.